Het zijn twee kanten van dezelfde medaille: klimaatadaptatie en energietransitie. Klimaatverandering veroorzaken we met zijn allen op de hele planeet en met adaptatie werken we aan het voorkomen van de lokale gevolgen ervan. De vraag hoe die twee transities zich tot elkaar verhouden heeft een morele en een pragmatische kant.

Aan de ene kant werken we aan groene schoolpleinen en aan de andere kant blijven we veel vlees eten, vliegen en shoppen. Hoe bepaal je die balans als mens, als ondernemer, als consument, als wethouder, als parlementariër?
Pragmatische kant
De pragmatische kant gaat over de zoektocht naar slimme combinaties van investeringen waarbij het mes aan twee kanten snijdt: een wooncomplex energieneutraal maken en daarin groene daken met zonnepanelen en regentuinen aanleggen. Energie uit oppervlaktewater halen en daarmee het water koelen en botulisme voorkomen. Een warmtenet aanleggen en dan meteen het oude gemengde rioolstelsel vervangen. Dat klinkt aantrekkelijk, maar in de praktijk is het koppelen van investeringsmomenten vaak knap lastig. Toch stemmen recente praktijkvoorbeelden uit bijvoorbeeld Deventer en Amersfoort tot voorzichtig optimisme. Hoe kunnen we kleine succesjes groter maken?
Praktijkvoorbeelden en onderzoeken
In de City Deal gaan we dit jaar een aantal initiatieven ontplooien om gezamenlijk meer grip te krijgen op de verbinding tussen beide transities. Te beginnen met de Community of Practise dag in Groningen op 13 maart. Daarin bekijken we recente praktijkvoorbeelden en onderzoeken. Ook nemen we een aantal pilots aardgrasvrije wijken onder de loep.
Samenwerking met de Rijksoverheid
Parallel aan de lokale technische voorbeelden werken we samen met de NOVI en de ministeries van BZK en IenW aan de govenrancevraag hoe de Rijksoverheid het best met de steden kan samenwerken aan de complexiteit van meervoudige verduurzaming: energieneutraal, adaptief, circulair, sociaal- en natuurinclusief. Heb je ideeën, voorbeelden, vragen of interesse in actieve deelname aan deze zoektocht, laat het dan weten aan Bart of Berry.